Zes tips voor de aerobicsjuf

Sinds drie maanden zit ik bij een nieuwe sportschool. Omdat ik niet op vaste tijdstippen ga en omdat het de afgelopen maanden zomervakantie was, heb ik alle juffen (geen meesters bij de lessen die ik doe) al een keer gehad. En wat kan zo’n instructeur een verschil maken zeg…

Ik doe meestal een les die Shape heet en ik moet zeggen: negen van de tien keer is het gewoon een toffe en zware (dus nuttige) les. Maar soms…

Na tientallen juffen en jarenlange ervaring met Shape / Zumba / Tae-Bo / Kickfun / Kick & Shape / Aerobics / Pump / Power / Sh’Bam! / Step / Combat / Bodyshake / Pilates / Balance-lessen bij verscheidene sportscholen, leek het me een goed idee om een lijstje tips voor sportinstructeurs op te stellen.

Tip 1
Ik kom hier niet om te socializen

Ik heb al vrienden. Een praatje in de kleedkamer: hartstikke leuk. Maar tijdens de les wil ik op geen enkele manier contact met mijn mede-zweters. Ik sta daar in alle anonimiteit met mijn rood aangelopen hoofd mijn best te doen en dat wil ik graag zo houden. Ik wil geen oefeningen waarbij ik fysiek contact moet maken met iemand die ik niet ken. Ik wil niet iemands zweterige ongeschoren benen vasthouden. Ik heb geen behoefte om met een volslagen onbekende een dansje te doen (zie ook tip 3).

Tip 2
Ik wil wel echt wat doen

Ik ga naar de sportschool voor mijn gezondheid en om op een gezond gewicht te blijven. Niet omdat ik het leuk vind. Als ik het al stom en zonde van mijn tijd vind, wil ik wel het idee krijgen dat het nut heeft. Houd tijdens een Zumbales of het cardiogedeelte van de Shape-les de hartslag van de cursisten voortdurend hoog en bouw het goed op. Ga niet iedere vijf minuten met de cd-speler klooien, zodat iedereen weer stil staat. En ik wil best vaker dan acht keer een gewicht omhoog tillen. Ga vooral door totdat je denkt dat ik echt niet meer kan. Ik zal niet dood neervallen. Ik beloof het.

Tip 3
Je bent geen kleuterjuf

Hartstikke leuk dat jij met twee staarten op je hoofd de zaal komt binnen gehuppeld. Fijn dat je zo enthousiast bent. Maar ik wil niet op een soort Kabouter Plop-melodietje dansjes doen met anderen (zie ook tip 1). Ik wil ook niet als een idioot rondjes rennen met mijn armen boven mijn hoofd en even ‘lekker gek doen’.

Tip 4
Ik hoef niet je hele levensverhaal te horen

Een paar grapjes of anekdotes voor of tijdens de les kunnen best. Maar tijdens de warming-up en het cardio-gedeelte hoef ik niet te horen hoe het met je schoonmoeder gaat. Ook werkt het niet echt motiverend als je zegt dat je een rotdag hebt gehad en dat je hoopt dat het niet op ons afstraalt (wel dus, bedankt). Bovendien doen we blijkbaar niet heel veel als jij nog zo gemakkelijk kunt kletsen.

Tip 5
Ik kom hier om te sporten niet om mezelf ‘te laten horen’

Ik wil geen ‘woehoe’, ‘hoei’ of ‘yeah’ schreeuwen. Je hoeft niet iedere vijf minuten te vragen ‘Hebben jullie er nog een beetje zin in’ gevolgd door ‘Ik hoor jullie niet. Ik zei: hebben jullie er nog een beetje zin in’. En niet elk aerobicspasje hoeft te eindigen met een sprong naar voren, een klap in je handen en ‘he´!’. Mocht je deze behoefte echt niet kunnen onderdrukken, overweeg dan een carrière als dj. Dan kun je de hele avond naar hartenlust ‘Is everybody happy’ schreeuwen.

Tip 6
Jij bent de instructeur

Op mijn vorige sportschool deed ik eens een Zumba-les. We moesten van de instructrice in een cirkel gaan staan. Prima, dacht ik. Wat jij wilt. Maar op een gegeven moment kreeg ik door wat de bedoeling was. De juf wees willekeurig iemand aan. Diegene moest naar het midden van de cirkel lopen en zelf een Zumba-pasje verzinnen. De rest moest het nadoen. Dat wil ik niet! Ik wil niet uit mijn comfort-zone. Ik wil niet naar het midden van een cirkel. Ik wil niet zelf pasjes verzinnen.

Heb jij nog tips voor de aerobicsjuf?

SH’BAM! (of: hoe Elsbeth haar inner star liet stralen)

Na jaren sportschoolervaring, weet ik precies wat ik wel en niet leuk vind. Ik doe geen fitness, want dat moet je zelf doen en dan denk ik na tien minuten op zo’n fiets: zo, dat was weer genoeg.

Continue reading