‘Nelson is een volwassen kat nu. Hij heeft behoefte aan zijn eigen ruimte en hij wil de kattenbak gewoon niet meer delen met zijn zus.’ De dierenarts verzekerde me dat de plasjes naast de bak van Nelson geen medische oorzaak hadden. Het was een sociaal probleem. En een extra kattenbak zou het oplossen.
Ik heb niet zo’n groot huis, maar er zat niets anders op. Op alle kattenwebsites wordt bij binnenkatten aangeraden om ‘het aantal katten plus één’ aan te houden voor de hoeveelheid kattenbakken. Drie van die lelijke stinkdozen in mijn huis gaat me te ver, maar een extra bak moest lukken. En zo geschiedde.
Toen J met de nieuwe kattenbak de voordeur binnenkwam, sprong Nelson er al bovenop, voordat de bak op de grond was gezet. Hij zat er al in voordat we er überhaupt kattengrind in hadden gedaan. Helemaal in zijn nopjes. Zodra het grind erin zat, volgde een uitgebreide graafsessie. Af en toe kwam Nelson er weer even uit, om er een minuut later weer in te gaan en weer te gaan graven en zijn ding te doen.
Was het nu dan echt opgelost? Was het zo gemakkelijk? Uiteraard niet, want toen… ontdekte Pip de bak.
Terwijl Nelson weer bezig was in zijn nieuwe paleis, stak Pip haar kop door het deurtje. Dit werd niet gewaardeerd. Nelson stak onmiddellijk zijn poot naar buiten om Pip weg te slaan.
Maar Pip gaf niet op. Zodra Nelson zijn paleis had verlaten, ging Pip naar binnen. Een verkeerde beslissing. Zodra ze eruit kwam, rende Nelson haar achterna en sprong bovenop haar. Dit was niet het speel-vechten dat ze normaal deden. Dit was iets anders. Pip gaf zich gelijk over. Ze lag bevend op haar rug.
Pip probeerde steeds te ontsnappen, maar Nelson bleef haar achterna rennen. Hij beet haar in haar nek en haren vlogen door de lucht. Pip begon te blazen en bleef op haar rug liggen, maar Nelson bleef haar aanvallen. Hij dreef haar onder een kastje en bleef ervoor zitten. Telkens als Pip haar snuitje onder de kast vandaan stak, sloeg hij haar. Dit was serieus.
Snel googlede J en ik op ‘vechtende katten’ en ‘nieuwe kattenbak’. Op alle websites stond hetzelfde: ‘haal vechtende katten nooit uit elkaar’ en ‘een nieuwe kattenbak is een territoriale kwestie.’ Het was een strijd die gestreden moest worden. Een oorlog die uitgevochten moest worden.
Na een tijdje liep Nelson weg bij het kastje en even later durfde Pip zich weer te laten zien. Terwijl Nelson bij het drinkbakje zijn dorst leste, liep Pip voorzichtig naar hem toe en begon ze zijn kop te likken. Nelson was degene die iets goed te maken had, maar Pip leek sorry te zeggen.
Een half uur later lagen ze weer naast elkaar op hun favoriete kleedje. De volgende ochtend vond ik voor het eerst in maanden geen geel plasje naast de kattenbak.